Het BWB wordt opgesplitst in twee typen, het vleestype en het dubbeldoeltype.
Het dubbeldoeltype wordt gehouden voor de melk en minder voor het vlees. Het vleestype wordt gehouden voor het vlees. De dieren van het vleestype hebben een hogere spierontwikkeling en er is uniformiteit onder de dieren.
Ondanks de naam schuilt onder het BWB ras drie kleurvariëteiten: volledig wit, witblauw tot blauw en zwart-wit. Er zijn ook zeldzame kleuren zoals rood-wit en witrug.
De dieren hebben een zeer rustig en zachtaardig karakter.
De koeien zijn uitstekende moeders en ze zorgen goed voor hun kalf. De melkproductie bij het vleestype is lager maar wel voldoende voor het kalf. Het karkas weegt minder en daardoor is de opbrengst ook lager. Hierdoor streven boeren naar genereuze karkassen. Dit had als positief gevolg dat het ras evolueerde naar een dier met een sterker cardiopulmonaal systeem en sterkere benen. De gezondheid en duurzaamheid worden verder verbeterd. Het economische voordeel hiervan is dat het vee een hoger slachtgewicht bereikt.