Het zuiver BWB kwam vroeger uit een relatief kleine populatie omdat het een lokaal ras was. In de afgelopen jaren is de omvang aanzienlijk gegroeid en is het verspreid over verschillende landen. Het is ook van groot belang om rekening te houden met het bloedverwantschap (inteelt). Ook het BWB ras heeft in zijn populatie te maken met inteelt. De oorzaak vinden we enkele decennia geleden, toen werd er massaal gebruik gemaakt van een select aantal populaire KI-stieren
Inteelt is het paren van individuen met een gemeenschappelijke voorouder. Bij overeenkomstige genotypen is de inteelt kans groter dan bij een willekeurige paring. Meestal is inteelt schadelijk, het gaat gepaard met inteeltdepressie. Het resultaat is een vermindering in weerstandsvermogen en vruchtbaarheid, die het gevolg zijn van het uitsplitsen van schadelijke eigenschappen, zoals bij dieren die drager zijn van erfelijke gebreken. Inteelt verhoogt de frequentie van de homozygote genotypen en zo dus ook die van de homozygoot recessieve genotypen.
Inteelt veroorzaakt geen gebreken, maar resulteert zich wel in meer homozygotie. Inteelt kan alleen gebreken aan het licht brengen die al aanwezig waren in het ras.
Hoe zeldzamer het gebrek, hoe groter de rol van inteelt is. Als het gebrek zeldzaam is, beperkt het zich tot een enkele familie en moeten leden van deze familie zich samenvoegen om twee exemplaren van hetzelfde gen te krijgen, waardoor deze dieren een gebrek zouden kunnen geven. Als het gebrek frequent is, zal het in meerdere families voorkomen. Dan is het mogelijk dat niet bloedverwante ouders nakomelingen krijgen met een gebrek zonder dat er inteelt aanwezig is.
Het is dus daarom van groot belang dat de stambomen volledig zijn. Er zijn minimaal vijf geregistreerde generaties nodig om betrouwbaar de inteeltgraad van een individueel dier te kunnen berekenen (het inteelt percentage is de som van meerdere gemeenschappelijke voorouders en niet van bijvoorbeeld 1 gemeenschappelijke voorouder).
De volgende tabellen geven weer welke inteeltcoëfficiënt nog aanvaardbaar is en de coëfficiënt bij verschillende paringsmogelijkheden.
Inteelt is het paren van individuen met een gemeenschappelijke voorouder. Bij overeenkomstige genotypen is de inteelt kans groter dan bij een willekeurige paring. Meestal is inteelt schadelijk, het gaat gepaard met inteeltdepressie. Het resultaat is een vermindering in weerstandsvermogen en vruchtbaarheid, die het gevolg zijn van het uitsplitsen van schadelijke eigenschappen, zoals bij dieren die drager zijn van erfelijke gebreken. Inteelt verhoogt de frequentie van de homozygote genotypen en zo dus ook die van de homozygoot recessieve genotypen.
Inteelt veroorzaakt geen gebreken, maar resulteert zich wel in meer homozygotie. Inteelt kan alleen gebreken aan het licht brengen die al aanwezig waren in het ras.
Hoe zeldzamer het gebrek, hoe groter de rol van inteelt is. Als het gebrek zeldzaam is, beperkt het zich tot een enkele familie en moeten leden van deze familie zich samenvoegen om twee exemplaren van hetzelfde gen te krijgen, waardoor deze dieren een gebrek zouden kunnen geven. Als het gebrek frequent is, zal het in meerdere families voorkomen. Dan is het mogelijk dat niet bloedverwante ouders nakomelingen krijgen met een gebrek zonder dat er inteelt aanwezig is.
Het is dus daarom van groot belang dat de stambomen volledig zijn. Er zijn minimaal vijf geregistreerde generaties nodig om betrouwbaar de inteeltgraad van een individueel dier te kunnen berekenen (het inteelt percentage is de som van meerdere gemeenschappelijke voorouders en niet van bijvoorbeeld 1 gemeenschappelijke voorouder).
De volgende tabellen geven weer welke inteeltcoëfficiënt nog aanvaardbaar is en de coëfficiënt bij verschillende paringsmogelijkheden.